De tovenaar van Alkmaar
Woonde boven in de toren van de grote kerk
Wanneer hij niet sliep was hij aan het werk
Hij frutselde en fratselde wat door elkaar
En strooide het uit over de daken van Alkmaar
Daar woonde mensen in vreugde en verdriet
Dat laatste wilde hij niet…
De sterren die hij brouwde
Schudde hij uit de wijde mouwen
Zo dacht hij iedereen gelukkig te maken
Tot op een dag het brouwsel wat sterker uitviel dan gedacht
Plotseling werd alles soepel en zacht
Zo ook de kaas op de markt geplaatst op de berrie
Dat gaf me een herrie
Maar de mensen kwamen spontaan
Overal vandaan…
Ze gingen samen aan de slag
Dat is wat de tovenaar van Alkmaar zag
Wanneer jij naar de toren van de grote kerk zult kijken
Laat dan je blijdschap blijken.
AnnA 2023